sitaatje
de maltezer

Zijn naam betekent niet dat hij oorspronkelijk van het eiland Malta komt, omdat het bijvoeglijk naamwoord "Maltese" komt van het Semitische woord "malat", wat betekent; schuilplaats of haven.

Deze Semitische oorsprong komt weer terug in een hele serie namen van kustplaatsen. Dat is in de naam van het Adriatische eiland Meleda, de Siciliaanse stad Melita en ook in die van het eiland Malta.

De voorouders van deze kleine hond leefden in havens en kustplaatsen van het Centrale Middellandse Zee gebied, waar zij jaagden op muizen en ratten, die zij vonden in de overvloedige pakhuizen en in de scheepsruimten.

In zijn lijst van honden, die bestond ten tijde van "Aristoteles", maakt hij melding van een kleine rashond, aan welke hij de naam "Canes Melitenses" verbindt.

De hond was bekend in het oude Rome: favoriete gezelschapsdier van de matrones en werd geprezen door "Straton", de Latijnse dichter van de eerste eeuw na Christus.

Afbeeldingen van de Maltezer door talrijke Renaissance schilders, tonen in die periode, deze kleine hond in de salons van die tijd aan de zijde van mooie dames.

KLEIN FORMAAT, vrij lang lichaam. Bedekt met een zeer lange witte vacht, zeer elegant met een trotse en gedistingeerde houding van het hoofd.

Belangrijke Verhoudingen
De lengte van het lichaam overschrijd met ongeveer 38% de schofthoogte. De lengte van het hoofd is gelijk aan 6/11 van de schofthoogte.

Gedrag TemperamentDeze kleine viervoeter is zeer
Levendig, aanhankelijk, zeer volgzaam en zeer intelligent

Schedelgedeelte

Schedel: De schedel is een beetje langer dan de voorsnuit;
de breedte van de jukbeenbogen is gelijk aan de lengte en als gevolg hiervan groter dan de helft van de lengte van het hoofd.
In de lengteas richting is die een klein beetje eivormig.
De bovenkant van de schedel is vlak met een achterhoofdsknobbel weinig ontwikkeld.
De wenkbrauwbogen (ronding van de voorhoofdsbeenderen en de omringende randen) zijn goed ontwikkeld.
De voorhoofdsgroef is zo summier dat die onzichtbaar is. De zijkanten van de wandbeenderen zijn iets wat rond.

Stop: De voorkant van de stop is sterk aangegeven en maakt een hoek van 90º.

Neus: In het verlengde van de neusrug, in profiel gezien, is de voorkant verticaal, omvangrijk met open neusgaten, die rond zijn en absoluut zwart.

Voorsnuit: De lengte van de voorsnuit bedraagt 4/11 van de hoofdlengte.
Als gevolg hiervan iets kleiner dan de helft. De onderkant is goed gevormd (fijn besneden).
De diepte is zeker 20% minder dan de lengte. De zijkanten van de voorsnuit lopen parallel, maar vanaf de voorzijde gezien, moet de voorsnuit niet vierkant tonen. Omdat zijn aangezicht zijdelings is verbonden met bochten. De voorsnuit is rechtlijnig met een duidelijke gemarkeerde rimpel in het midden.

Lippen: Van voren gezien hebben de bovenlippen daar waar ze verbonden zijn, de vorm van een open boog. Ze zijn weinig ontwikkeld in diepte en de vage voeg van de lippen is niet zichtbaar.
De bovenlippen passen perfect bij de onderlippen, op zo'n een manier dat het onderste profiel van de voorsnuit begrenst wordt door de onderkaak. De randen van de lippen moeten absoluut zwart zijn.

Kaken: Normaal ontwikkeld en fijn gevormd en perfect sluitend.
De onderkaak met het jukbeen die recht zijn, die geen van beide voor- of naar achteren uitstekend zijn in voorgaande gedeelten


Tanden: De ronding van de tandbogen sluiten goed op elkaar aan, de snijtanden sluiten aan tussen de hoektanden in een duidelijk schaargebit.

Tanden zijn wit; het gebit is goed ontwikkeld en compleet.
Ogen; Open, met levendige en oplettende expressie, groter dan je zou verwachten.
De vorm neigt rond te zijn. De oogleden sluiten nauw aan op de oogbol, welke nooit diep liggen, veeleer gelijk met het hoofd. Net ietsje puilend.

De ogen zijn bijna frontaal geplaatst. Ze staan goed in het voorhoofd. Van voren gezien mag de sclera ( het wit in de ogen) niet zichtbaar zijn.
De kleur is donker okerkleurig, de oogranden zijn zwart.

Nek: Alhoewel bedekt met een overvloedige vacht, is de grens van de nek duidelijk merkbaar.
De halsbelijning is gebogen. Z'n lengte is ongeveer de helft van de schofthoogte. De hals wordt rechtop gedragen en laat geen losse huid zien.

westley.